schrijver en dichter

Auteur: henrysepers.nl (Pagina 16 van 24)

Afdalen in het onbestemde

OVER IN DE OGEN VAN DE GOD VAN HENK VAN DER WAAL

Henk van der Waal is een moedige dichter. In zijn poëzie zet hij zijn eigen ik, zijn zelf, op het spel en dat maakt kwetsbaar. In zijn nieuwe bundel In de ogen van de god gaat hij verder op de weg die hij met Zelf worden (2010) is ingeslagen: de exploratie van het Zelf, het onbestemde, het innerlijk gebied dat in vroeger tijden geassocieerd werd met de ziel of het goddelijke, en dat de dichter voor de moderne mens wil heroveren. Hij doet dat met overgave, zonder de postmodernistische angst voor grote woorden. Ironie en drang tot relativering is hem vreemd. Je kunt de dichtkunst natuurlijk gebruiken om op charmante wijze je observaties van alledag te formuleren, maar deze dichter wil meer. Als hij diep in zich zelf afdaalt, neemt hij de risico’s van een alpinist. Tastend zoekt hij de bergwand af naar houvast. Elk moment kan hij zijn grip verliezen en een doodsmak maken. Lees verder>>

Andy de cunnilinguïst

OVER WONDERBRA’S EN PEPPERSPRAY VAN ANDY FIERENS

 

Er zit iets onbeschaamds in de poëzie van Andy Fierens. En dat komt niet omdat hij in zijn nieuwe bundel Wonderbra’s en pepperspray het nogal vaak over petomanen heeft, of ons ergens middenin op een zwart-witfoto van een fellatio trakteert (het gedicht ernaast gaat over een sanseveria, ja, inderdaad de meest fallische plant van moeders vensterbank!), nee, het is omdat hij ogenschijnlijk alles opschrijft wat in hem opkomt, en dat ook nog in extenso laat afdrukken. Andy Fierens schrijft machopoëzie (‘hier spreekt uw übermacho’), die direct onder je ogen lijkt te ontstaan, inclusief de versprekingen, flauwiteiten en woordspelingen. We moeten het er maar mee doen, lijkt hij te willen zeggen, en als we die ene metafoor of grap minder geslaagd vinden, dan komt er heus wel een volgende die ons beter zal bevallen. Lees verder>>

 

Omgekeerde engelen

OVER MEER HOEF DAN VOET VAN MARJOLIJN VAN HEEMSTRA

Wie is er bang voor grote woorden? Marjolijn van Heemstra in ieder geval niet. In haar tweede bundel Meer hoef dan voet spreekt ze onbekommerd over God, vrede, heelal en astronauten. Terwijl, zou je denken, enige voorzichtigheid toch wel geboden is. Want zijn grote woorden niet net zwarte gaten? Als je niet uitkijkt, slokken ze myriaden aan betekenissen op en laten die verdwijnen in een loodzwaar niets. Van Heemstra laat dit echter niet gebeuren. Zij vuurt haar pijlen af op de machowoorden en laat ze als vette ganzen neerploffen op aarde. Bij haar is God ‘het hoge raam in de meisjes-wc’ of een man met ‘een smalle mond vol brood, haastig naar binnen gepropt op weg naar de tram’. En over de astrologie zegt ze: ‘en het zou me niet verbazen als de doodvermoeide dierenriem/ zijn koers tegenwoordig naar ons bepaalt in plaats van andersom.’ Lees verder>>

 

Blagenenquête

Het is elk jaar weer feest als de uitslagen van de leerlingenenquêtes binnenkomen. We mogen kiezen: het resultaat wordt in een gesloten enveloppe in je postvakje gelegd, of je gaat het persoonlijk ophalen bij je direct leidinggevende. Ik kies voor het eerste: mijn DL heeft haar kamer op de zolderverdieping en ik vind het wat voorbarig om direct al naar haar niveau op te klimmen.

Toch wat nerveus loop ik naar mijn postvakje. Vreemd genoeg vind ik geen discrete blanco enveloppe, maar een doorzichtige plastic map. Nou ja, denk ik, het gaat hier per slot van rekening niet om porno, en transparantie in het onderwijs is een groot goed. Snel fiets ik met mijn buit naar huis, waar mijn vrouw al in de deuropening op me staat te wachten. Ik zwaai naar haar met de map, en even later zitten we samen aan de keukentafel. Mijn recensies laat ik altijd eerst door haar lezen. Ze leest aandachtig en het duurt een tijdje voordat ze de papieren neerlegt. ‘Je hebt in ieder geval op deze school nog voldoende groeimogelijkheden,’ zegt ze tenslotte.

Ik neem de blaadjes van haar over. Wat blijkt? Aan de enquête is een wedstrijdelement verbonden. En in de ranking ben ik als 20e geëindigd. Terwijl er maar 28 docenten hebben meegedaan. Ik presteer beneden de middelmaat. Ik ben een zwakke broeder. ‘Maar voor mij blijf je nummer 1 hoor,’ zegt mijn vrouw. Maar ik laat mij niet troosten en lees driftig verder. Ze hebben een eerste klas bevraagd en de kinderen zijn hard in hun oordeel. Zo vindt 41% dat ik te weinig ideeën van wetenschappers in mijn lessen verwerk. Daar hebben ze beslist een punt.

Na een tijdje weet ik mij te vermannen en geef toe dat de bedenkers van dit onderzoek, de mensen van het bureau Kwaliteitsscholen (ja, die naam mag best eens genoemd worden!), goed werk hebben verricht. De werkelijkheid is ingewikkeld en diffuus. Het bestaan zit vol ambivalenties, onzekerheid is troef en een ongeluk zit in een klein hoekje,. Maar gelukkig is daar de b.v. Kwaliteitsscholen Nederland. Meten is weten. Kwaliteitsscholen (nog maar een keer) heeft mijn schoolleven inzichtelijk gemaakt. Grafieken en staafdiagrammen brengen mijn leraarschap in kaart. Ik zie zelfs dansende veelhoeken waarin ik ook figureer. Wel een beetje uit de maat, maar een kniesoor die daar op let.

Binnenkort heb ik een functioneringsgesprek en daar verheug ik mij. ‘Wat doet dit met je, Henry?’ zal de DL vragen, want van empathie lusten moderne managers wel pap. Ik zal haar dan fier in de ogen kijken en antwoorden, geheel in het jargon: ‘Ik sta hier beslist positief in. Daarom stel ik voor om in de lerarenkamer een erepodium te bouwen voor de beste drie. En tegen een rijtje schandpalen voor degenen die onderaan bungelen heb ik geen bezwaar. Dat zal ons leren. Lang leve de transparantie! Zelf ga ik eraan werken om over twee jaar 16e te worden en over vier jaar 12e. Wellicht dat ik voor mijn pensioen toch nog in de top tien beland!’

Beste Tzum-redactie

OVER DE EERSTE LETTER VAN LIEKE MARSMAN

Een paar weken geleden kreeg ik een recensie-exemplaar van De eerste letter van Lieke Marsman. Toen ik voor Tzum over poëzie begon te schrijven, nam ik me voor om geen afbrekende kritieken te schrijven. Ik had (en heb) geen zin om mijn tijd te besteden aan werk dat ik niet goed vind. Daarbij komt dat mijn leeshouding niet erg polemisch is. Ik wil me vooral kunnen openstellen voor een tekst. Verder hou ik niet van al te stellige uitspraken: altijd moet er ruimte blijven voor twijfel. De bundel van Marsman heb ik aangevraagd, omdat ik haar debuut met veel plezier heb gelezen. De enigszins ontregelende praattoon ervan beviel me, net als de speelse omgang met de werkelijkheid. Ik hou van dichters met een beetje wiebelende geest. Tijdens het lezen moest ik af en toe denken aan Fritzi Harmsen van Beek. En dat is een groot compliment. Lees verder>>

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Henry Sepers

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

error: Content is protected !!