Het zijn beelden die ik niet uit mijn hoofd krijg. Secretaris-generaal van de Navo Mark Rutte staat hysterisch te lachen naast de Amerikaanse minister van defensie Pete Hegseth, president Macron raakt liefdevol de knieën aan van gekozen dictator Donald Trump,  premier Keir Starmer overhandigt The Donald een witte enveloppe met een uitnodiging voor een staatsbezoek. ‘Voor de tweede keer, dat is heel bijzonder,’ zegt hij er, stralend van onderdanigheid, bij.
De reacties in Europa doen me denken aan iemand die door een pitbull wordt bedreigd en hem eerst zijn schoen toewerpt, dan de rest van zijn kleding, vervolgens een arm aanbiedt, een been, totdat hij zich helemaal heeft laten verzwelgen door het beest dat hij probeerde te apaiseren. 
Door af te wijken van je eigen principes en toe te geven aan een agressor, legitimeer je de bruutheid en het geweld. Door te zwijgen over de weerzinwekkende daden van de president van een land dat eens je bondgenoot was, keur je die daden impliciet goed. 
Voorbeelden: vrouwenhater en mogelijke verkrachter en mensenhandelaar Andrew Tate wordt onder druk van de Amerikaanse regering vrijgelaten en als een held binnengehaald. De Amerikaanse president zet een AI-video online over zijn droom van een gigantisch Gaza-resort, met een gouden beeld van zichzelf op het centrale plein, en opnames van een champagne sippende Elon Musk. 
En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Zelensky wordt een dictator genoemd, op de opiniepagina van de Washington Post mogen alleen nog meningen verschijnen die Trump en Bezos welgevallig zijn, enzovoort, enzovoort, enzovoort.
En wij in Europa maar zenuwachtig lachen, het vliegtuig naar Washington nemen om de ballen te kietelen van de Grote Leider. En tja, we kunnen ook niet een te grote mond hebben. We hebben onze eigen vijanden van de rechtstaat: Meloni, Orban, Faber, Wilders. En ook die proberen we op alle mogelijke manieren de wind uit de zeilen te nemen.   
O wat verlang ik naar Europese politici die zich keihard uitspreken, de kont tegen de krib gooien, werkelijk in opstand durven te komen tegen de grootste bedreiging van de democratie en de rechtstaat die er de laatste tachtig jaar is geweest.