schrijver en dichter

Auteur: henrysepers.nl (Pagina 11 van 24)

De stoel naast mij

(Vlucht Amsterdam-Hong Kong, duur 11 uur)

Ik ben jaren kapitein geweest op een loodsboot, leuk joh, geweldig werk. Niet dat ik alles volgens de regeltjes deed, ik ben eens schuin voor een grote boot gaan hangen anders was die de wei in gevaren, can I have a whisky-cola (tegen stewardess), vaar nu meestal voor baggeraars, moet naar Taiwan voor vier weken. Kan leuk zijn, als de sfeer onder de maten een beetje goed is. Lekker lachen. Toen ik in Rusland werkte had ik een lol met die gasten. Gingen we naar zo’n striptent, vroeg zo’n meisje aan mijn maat: jij ook uitkleden. Lachen. Beweegt ie z’n pink, nee, zegt ie, zo’n kleintje. Nou, zei ik, want zo ben ik, ik ben niet preuts, of het in de sauna is of ergens anders, dan ga ik wel strippen. Die meiden hadden nog nooit zoiets gezien. Ik wil niet opscheppen, maar ze stonden er met wijd open ogen naar te staren. De volgende avond wilden ze ‘em nog een keer bekijken. Ze zouden er wel raad mee weten! I like other whisky-cola, ok? Kijk haar eens knikken. Leuk die Oosterse wijffies. Beter dan in Holland. De vrouw van m’n broer, verschrikkelijk, heeft thuis de broek aan. Mijn opa zat vroeger een enorme sigaar te roken, en oma maar zorgen. Wij hadden respect voor die man. Komen ze nou met appelsap langs? Gatver. Dat kreeg ik vroeger als ik ziek was. You don’t forget whisky-cola? With much whisky, haha. Kijk haar eens lachen. Ik ben wel mager, maar het zijn allemaal spieren. Met mijn maten trokken we aan van die veren waaraan ze gewichten hangen, grote kerels, 90 kilo haalden ze. Ik kwam tot 120. Eigenlijk wil ik altijd in beweging zijn. Ik fiets keihard. Toen ik 24 was ben ik zelfs een keer door de politie aangehouden. Stond er 70 kilometer op de teller. Vonden ze wel een beetje overdreven voor een rijwiel. Ze hadden nog nooit zoiets meegemaakt. Ik woon op een boot, ben altijd aan het klussen, laatst heb ik nog van die gouden strips aangebracht langs het trappetje naar het dek, met van die rode stof op de treden. Vrienden zeggen: het lijkt hier wel een bordeel. Maar ze moeten toegeven dat het prachtig is. Net de Trumptower. Tjonge, er zit me toch een scheut whisky in… Dronken zul je mij niet zien. Al gooi je er tien achter elkaar in. Ik kwam een keer met behoorlijk wat op van de historische dagen in Den Helder, zie ik de gordijnen voor de ramen van mijn boot wapperen. Ik denk, er wordt toch niet ingebroken? Maar ja, ik had toen echt wel veel op, weet je, dus dan heb je weleens hallesenasies. Dus ik loop gewoon door naar mijn tante, die heeft trouwens een megarottweiler, als die nou in mijn boot had gezeten, want er zat echt wel een inbreker in. Als ik die inbreker tegen het lijf was gelopen, had ik hier nu niet gezeten, dan zat ik in de gevangenis, want aan mij moeten ze niet komen, ik kom ook niet aan hun, dan pak ik een mes of geef een flinke dreun. Ik heb zelf trouwens ook eens een behoorlijke klap gehad. Dat was wel humor. Was ik aan het waterskiën, val ik van die planken en klapt er een om en gaat zo met de punt door mijn wang. Ik kwam bloedend aan de kant, zaten ze op het terras van het café net een biertje te drinken en bitterballen te eten en ik de hele zaak maar rood verven vantussen dat tweede paar lippen van me. Whisky double, Please! Kijk daar lacht ze weer naar me. Heb ik nou altijd. (Enz.)

Presentatie Een lastige klas

De def Kaft (7)aangepast

Op 20 juni om 20.00 wordt in de aula van het Vossius Gymnasium te Amsterdam de verhalenbundel Een lastige klas gepresenteerd. De verhalen zijn geschreven door de leerlingen van klas 3c van het Vossius tijdens de lessen Nederlands van Henry Sepers, die de bundel ook heeft samengesteld. Lees hieronder vast het Woord Vooraf bij de bundel.

 

Woord vooraf

Een onbekende klas doet zich in het begin aan de leraar voor als één groot organisme. In het geval van klas 3c: een vrolijk, maar nogal chaotisch wezen met 52 ogen, armen en benen. De klas had al gauw de reputatie ‘lastig’ te zijn. De talloze ledematen bewogen te ongestructureerd, de meeste ogen waren gericht op het gewriemel van het eigen grote klassenlijf (en dus niet op het bord), en er ontsnapte nog weleens een brutale opmerking uit een van de monden. Nee, de eerste tijd was 3c niet altijd makkelijk. Maar het hoort erbij. Docenten en ouders zijn nu eenmaal de krabplankjes waaraan kinderen hun nageltjes scherpen en als volwassene heb je je daarbij neer te leggen.

De hydra was gelukkig geen lang leven beschoren: al gauw wrikten zich uit het grote lichaam van de klas individuen los. Zoals Max, die vaak als een Romein aanlag aan zijn tafeltje (maar later wel zijn vrienden hielp met hun schoolwerk). Eline, die mij versloeg met sjoelen én tafeltennis. Anne, die het gevecht met zichzelf aandurfde. Lili, die het krijgen van een compliment (voor haar mooie verhaal) maar lastig vond. De stoere Yaela, de stille Jesse, de… Ik kan ze helaas niet allemaal noemen, maar dat is ook niet nodig, want ze stellen zichzelf al aan ons voor in de verhalen die ze hebben geschreven voor dit boek.

Wat was de opzet? De leerlingen kregen de opdracht om drie verhalen te schrijven die met zichzelf te maken hadden. Ze mochten verzonnen zijn of ‘echt gebeurd’. Als ze maar gingen over de wereld van een ongeveer vijftienjarige puber in het jaar 2016.  Het beste verhaal zou in het boek komen. Ter voorbereiding van het project kwam de uitgever van Athenaeum-Polak & Van Gennep op school om over zijn vak vertellen en de redactie mocht op bezoek bij Querido. Andere groepjes hielden zich bezig met productie, vormgeving of publiciteit.

Dit boek is dus helemaal door de leerlingen zelf gemaakt, en daarom ben ik ook zo trots op ze. Ze hebben lef getoond, door iets van zichzelf prijs te geven. Ze laten hun onzekerheid zien, maar ook hun kracht. Maken duidelijk dat ze hun ouders feilloos door hebben, maar ook onvoorwaardelijk van hen houden. Kunnen goed observeren, en oordelen opvallend genuanceerd over conflicten waarin de volwassenen zich juist schrap zetten.

Sommige van de verhalen zijn puur fictie, andere autobiografisch. Ze gaan over grote broer of kleine zus, de ziekte van moeder, de dood van opa, honkbal, vader die M&M’s mee naar boven neemt in de hoop op contact met zijn zoon. Ik vind het heel bijzonder hoe de leerlingen van 3c ons een blik in hun hoofd hebben gegund. Deze klas is geen veelkoppig monster, maar bestaat uit 26 heel verschillende leerlingen, met allemaal hun eigen achtergrond en verhaal.

En wat het ‘lastige’ van de klas betreft: alleen als je grenzen durft te verkennen en eigenzinnig bent, kun je een boek als dit schrijven. Want laten we eerlijk zijn: de meeste ouders en docenten vinden dat ‘moeilijke’ stiekem leuk. Het bewijst dat deze jonge mensen volop in het leven staan en zich ontwikkelen. Voor mij was het een voorrecht om dat van zo dichtbij te mogen meemaken.

 

Henry Sepers

mentor en docent Nederlands

Over Verzamelde gedichten van Erik Menkveld

De inval van een stenen meisje

In de bundel Prime Time van Erik Menkveld (1959-2014), opgenomen in de zojuist verschenen Verzamelde gedichten, komt de kleine cyclus ‘De kinderbrug’ voor, over drie beelden van Hildo Krop aan het Muzenplein te Amsterdam. Ik woon in de hoofdstad, maar had nog nooit van het plein met de poëtische naam gehoord en de kunstwerken (waarvan foto’s zijn afgedrukt) herkende ik ook niet. Een blik op Google maps wees echter uit dat ik ze drie keer per week passeerde, op weg naar mijn school, het Vossius Gymnasium. ‘Nu, dagelijks onbekeken / door werkende moeders,’ (…)/ slingerende scholieren / mobiel bellende ellebogen,’ zegt de dichter. Ook ik had niet goed gekeken en voelde me betrapt. Lees verder>>

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Henry Sepers

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

error: Content is protected !!