dsc_1532

 

Zo leeg kan het dus zijn. We rijden de bijna vierhonderd kilometer van Exmouth naar Carnarvon, en weten ons omringd door een ruimte die God tijdens de schepping vergeten is in te richten. Dit is het begin van de wereld. Of het einde. Alles is gebeurd. Niets is begonnen.

Wat is dit landschap hard voor zichzelf. Nergens reikt de begroeiing tot ooghoogte. De aarde is gebarsten, gigantische termietenheuvels parodiëren de steden met al hun verkeer en gewriemel van mensen, zoutvlaktes laten geen planten toe en zien eruit als grote kunstwerken in aardekleuren. Ik vind het prachtig. Dit is een vorm van niets dat me opwindt. Zo wil ik wel oplossen in het bestaan. Misschien kan ik me uiteindelijk neervlijen op deze rode aarde en een bizar stuk rots worden.

Maar eerst stoppen we nog bij waar het allemaal is begonnen. In een extra zoute uitloper van de Indische oceaan liggen stromatolieten. Uit deze gestolde oersoep is ooit het leven ontstaan. Cyanobacteriën vormden organische gesteenten en produceerden miljarden jaren geleden de zuurstof die het leven in onze atmosfeer mogelijk maakte. Begin en einde zijn elkaar zeer nabij.

Mensen zijn hier niet veel. Om het uur passeert ons een tegenligger en de enige bebouwing onderweg bestaat uit twee roadhouses die eruit zien als grensposten van het hiernamaals. Je kunt er een kop koffie krijgen en een vliegennetje kopen. Want vliegen zijn hier in overvloed. Ze nestelen zich in je ooghoeken, kruipen in je neus en oren, organiseren massademonstraties op je rug.

Zo’n wegrestaurant doet denken aan het café in De trein der traagheid van Johan Daisne, de uitbaatster hangt over de grens van het bestaan als een fokkenmaat over de rand van een zeilboot. Ze moet het evenwicht bewaren, maar weet best dat één windvlaag genoeg is om haar tot verliezer te maken. Toch duikt ze plichtsgetrouw vanachter de toonbank op zodra je het pand betreedt en de vliegen van je afslaat.

‘Het is warm vandaag,’ zegt de dikke vrouw met het grove gezicht, en je knikt. Het is hier altijd warm en het zal hier warm blijven. De hitte is er om je denken te verlammen, hoe kun je dit landschap anders aanvaarden? De koffie die de waardin schenkt, brengt nauwelijks troost. Je weet dat je verder moet reizen door steeds hetzelfde decor. Je hebt geen idee waar dit zal eindigen.

In Carnarvon. Ja in Carnarvon. Maar de stad is nog ver en in de stad zal alles gesloten blijken. De cafés, de restaurants, de bioscopen. Misschien dat in Perth het leven weer begint, maar Perth ligt nog achthonderd kilometer verder en onderweg passeer je tientallen doodgereden kangoeroes.