OVER ROUW MET DIERTJES VAN ASTRID LAMPE

In zijn laatste essaybundel heeft Bernlef het over het domein van de poëzie als ‘de tweede ruimte’. Het is een gebied dat naast de werkelijkheid bestaat en waarin eigen wetten gelden. Het gedicht is een ding, een object dat niet is bedoeld om iets uit de wereld om ons heen op te roepen, maar dat een waarde heeft in zichzelf. Later wijst hij erop ‘dat die verzelfstandiging gedeeltelijk op een illusie berust’: woorden zullen altijd ‘naar de werkelijkheid, de eerste ruimte’ verwijzen. ‘Zonder de basis van die eerste ruimte zweeft de tweede los van de wereld in een kunstmatig heelal waar alleen academische sterrenwichelaars plezier aan beleven.’ Lees verder>>