‘De stiefvader’ is een intrigerende roman over een tragische figuur die op zijn einde wacht ★★★★☆

In afwachting van zijn euthanasie blikt een gefrustreerde man terug op zijn leven. De hoofdpersoon van De stiefvader is problematisch en intrigerend tegelijk.

Gé Vaartjes17 augustus 2023, 14:44

Henry Sepers   Beeld Elmo Nijhoff

Hoe beleef je je dagen als je weet dat het je laatste zijn? Rover van Slooten, de 64-jarige hoofdpersoon in de zevende roman van Henry Sepers (1955), telt af in zijn ziekbed tot hij over tien dagen euthanasie zal ondergaan. Onvermijdelijk trekt zijn bijna voorbije leven aan hem voorbij, maar hij is toch vooral gericht op het restje toekomst dat hij nog heeft: zal zijn stiefdochter Sarah hem nog bezoeken? Hij heeft haar achttien jaar niet meer gezien.

Ze kwam in zijn leven toen hij na een mislukt huwelijk een nieuwe relatie kreeg en hij was meteen gek op haar. Maar toen zij ouder werd, groeiden zij uit elkaar, een proces dat werd versneld doordat haar biologische vader weer in haar leven verscheen. Rover voelde zich beroofd van ‘zijn’ vaderschap en meende ook dat de opgroeiende Sarah haar onschuld kwijtraakte. Hij probeerde het ‘spontane, zuivere kind’ terug te halen en dat werd een obsessieve bezigheid, waarbij hij botte opmerkingen maakte over haar postuur, haar sloeg en haar vlees opdrong terwijl zij vegetariër was. Zijn bezitterige, allesverzengende liefde reduceerde Sarah tot een hoopje as, maar daaruit verrijst ze als een feniks: ze wordt een wereldberoemde filmster. Met haar stiefvader heeft ze dan allang gebroken.

Sepers onderbreekt Rovers ziekbedgedachten met stevige uitspraken van Sarah over haar stiefvader in kranten en talkshows, waarin Rover zich niet herkent. Voor het publiek maken deze hem tot een monster.

Een gefrustreerde man

Rover is een problematische figuur, voor zichzelf en voor de lezer, die alles alleen vanuit zijn eigen perspectief beleeft en wordt meegezogen in een draaikolk van complexen en subjectiviteit. Een gefrustreerde man, die een leven lang geprobeerd heeft alles in te halen wat zijn eenvoudige achtergrond hem onthouden heeft: scholing, kennis, cultuur. Hij koketteert met wat hij uiteindelijk bereikt heeft, maar heeft geen eigen identiteit ontwikkeld. Daarbij is hij gevoelsmatig dermate verkreukeld dat er geen gladstrijken meer mogelijk is. Hij doet er alles aan om zijn emoties af te schermen, ook tegenover zijn huidige geliefde Eefje, die hem uiterst liefdevol verzorgt.

Rover is vooral bezig met de mogelijke komst van Sarah en presenteert zichzelf in dit verband als slachtoffer. Maar hij realiseert zich ook dat hij met schuld beladen is, vooral op één pijnlijk en essentieel punt, dat ik hier niet verraad. ‘Ik heb mensen pijn gedaan’, beseft hij, en dat betreft ook Wouter, zoon uit zijn eerste huwelijk, voor wie hij een weinig liefdevolle vader is geweest. Zijn ziekte ziet hij als een straf, sterven is stikken in je schaamte, vindt hij.

Sterfbedtoeristen

Als onderdeel van die straf heeft hij zijn naderende einde wereldkundig gemaakt en zo publiek naar zijn huis gelokt; voor zijn raam manifesteert zich een schare ‘sterfbedtoeristen’. ‘Men’ wil getuige zijn van de laatste dagen van de man die de bewierookte Sarah van Elsberg zo beschadigde, het einde van het beest meebeleven.

Dit onderdeel van de roman doet onwaarachtig en grotesk aan. Dat geldt ook voor de komst van een televisieploeg naar de ziekenkamer van de terminale Rover, onder leiding van interviewer Josephine Blaauw, een onverholen verwijzing naar Jacobine Geel. Eerder ontmoetten we ook al Patrijs en Grijzeman, alter ego’s van Pauw en Witteman. Sepers bedrijft hier satire op de tijdgeest waarin emocultuur, emotioneel exhibitionisme en sensatie welig tieren, maar doet dit zó nadrukkelijk dat het botst met de serieuze, psychologische kant van de roman. Dat is jammer. Toch wordt het boek er uiteindelijk niet door ondermijnd. Het blijft overeind door de tragische figuur Rover en zijn intrigerende inzichten.

‘We schieten tekort, maken fouten, beschadigen onze geliefden, want het is moeilijk om te leven’, zegt hij. ‘Als je wordt geboren, krijg je een raadsel op dat je nooit zult kunnen oplossen. God had ons de middelen ter beschikking moeten stellen om goed te leven. Nu missen we het overzicht en zitten zo opgesloten in onszelf dat we de ander nooit helemaal zullen begrijpen.’

Dat laatste denkt de lezer ook over de gecompliceerde Rover. De menselijke psyche is een doolhof waarin ook de meest ervaren psychiater vergeefs met wegwijzers rondloopt. Dat maakt deze intrigerende en krachtig geschreven roman wel duidelijk.

Henry Sepers: De stiefvader. Magonia; 232 pagina’s; € 22,95.