Ogenschijnlijk zijn er geen steden zo verschillend als Calcutta en Hong Kong. Calcutta is chaos, Hong Kong is orde. Als je in Calcutta je hotel verlaat, moet je eerst door het afval waden om eindelijk de straat te bereiken waar gemotoriseerde riksja’s, bromfietsen, taxi’s en heilige koeien luid toeterend of loeiend hun best doen je omver te lopen of rijden. Wie het waagt over te steken, speelt Russische roulette. Spookrijden is normaal, bedelaars doen wedstrijdjes in wanstaltigheid, de geuren zijn overweldigend.
In Hong Kong is alle verkeer gescheiden. De onderwereld is voor de metro, de begane grond voor auto’s en trams, de bovenwereld voor de voetganger. Je kunt een uur lopen zonder snelverkeer tegen te komen, rustig wandelend over fly-overs en door prachtige parken met tropische begroeiing, exotische vogels, waterpartijen. Op alle mogelijke manieren proberen de bestuurders de chaos in toom te houden, de risico’s in te dammen. Bij de trapleuningen in de metro staat dat ze drie keer per dag worden gedesinfecteerd. Een op de vier voorbijgangers draagt een mondkapje om anderen niet te besmetten met zijn virussen.
Maar toch. Er zijn ook overeenkomsten. De chaos in Calcutta is maar schijn, net als de orde in Hong Kong. In het verkeer in de Indiase metropool lijkt geen enkel systeem te zitten, toch is de kans op een ongeluk niet eens zo groot, het pistool waarmee je Russische roulette speelt heeft duizenden kamers. Al krioelen riksja’s, taxi’s, voetgangers en runderen door elkaar, ze botsen zelden. Het stadsverkeer blijkt een ingenieus weefsel van gecompliceerde patronen, waarbij vergeleken de etagère van Hong Kong maar simpel in elkaar steekt.
Zo valt er ook wel wat af te dingen op de orde van Hong Kong. Onder het beroemde hoofdgebouw van de HSBC-bank, temidden van glanzende kantoorgebouwen en hypermoderne wolkenkrabbers, ligt een overdekt plein. In dit centrum van de financiële wereld stampen op zondag honderden Filipijnse vrouwen een klein Manila uit de grond. Temidden van glanzende kantoorgebouwen en postmoderne wolkenkrabbers creëren ze met behulp van enorme kartonnen dozen winkels, kapperszaken, pedicuresalons, huiskamers, kerkjes en koffiehuizen. Ze komen uit een stad zo chaotisch als Calcutta, maar het zijn deze vrouwen die Hong Kong glanzend schoon houden en de chaos van miljarden bacteriën op de handrails van de metro met desinfecterende middelen bestrijden.