schrijver en dichter

Tag: Je zadelt een vlinder

Henry Sepers leest zijn favoriete gedichten voor (VPRO, radio 1)

Van 18 tot 22 januari 2016  lees ik elke nacht een gedicht voor op Radio1 in het VPRO-programma Nooit meer slapen.

Hier kun je de programma’s terugluisteren. Wil je alleen het gedicht horen: ga dan naar ongeveer 1:55 (de laatste vijf minuten). Na de muziek begint het.

Op maandag 18 januari: Pijn en Vleugels van Breyten Breytenbach.

Dinsdag 19 februari: Code van Gerrit Achterberg.

 

Woensdag 20 januari: een fragment uit Stretto (Engführung) van Paul Celan.

 

Op donderdag 21 januari: een gedicht van mijzelf. ‘ Manon Lascaux’  uit Je zadelt een vlinder (2015).

 

 

Vrijdag 22 januari: Slechts nacht van Kees Ouwens

 

Henk Ester bij presentatie Je zadelt een vlinder:

Athenaeum boekhandel, donderdag 28 mei 2015

Dames en heren, een bijzondere plaats, zoals Lex al zei, maar ook een bijzondere uitgever-redacteur én een bijzondere dichter. Ik begin bij de plaats: Athenaeum Boekhandel.
In Utrecht, waar ik vandaan kom, heb je Broese, Bijleveld en niet te vergeten de Literaire Boekhandel op de Lijnmarkt. Maar Athenaeum Boekhandel is een klasse apart.
Jaren geleden vond ik hier ‘De glanzende kiemcel’ van Simon Vestdijk – zomaar liggend op een tafel. Dat is bijzonder. Voor mensen die dit prachtige werkje niet kennen het volgende.
Eerst het commentaar van Kees Fens: ‘Vestdijk heeft meer en beter over literatuur en vooral de poëzie geschreven dan bijna alle critici en essayisten na hem.’
Dat kan ik niet beoordelen, maar Fens wel.
Vestdijk hield in 1943 in het gijzelaarskamp Sint-Michielsgestel acht lezingen over het wezen van de poëzie. In zijn zevende voordracht ‘De gedachte in het gedicht’ zegt hij een aantal opmerkelijke dingen. Ik geef een korte impressie. Hij zegt onder meer:  ‘…de spanning tussen mogelijkheid en werkelijkheid is essentieel voor de dichtkunst...’, ‘de mogelijkheden, die de poëzie behandelt, staan niet tegenover de werkelijkheid…..zij zijn in wezen hetzelfde….zij worden alleen op een andere manier bekeken.’ ‘In de poëzie wordt de werkelijkheid niet gefixeerd, er wordt als het ware vlak naast gekeken.’
Vestdijk spreekt over ‘ons poëtisch gezichtsveld’…… een ‘schemerzintuig om iets te kunnen zien waar wij niet naar kijken’.
Precies daar vinden wij Magonia! Magonia is geen andere werkelijkheid, geen land boven de wolken, geen vlucht, geen gefantaseerde of gedroomde wereld. Het wezen van Magonia is een mens van vlees en bloed, een sapiens, zou de historicus Harari zeggen, maar wel een sapiens die kijkt en luistert …….. niet om te zeggen hoe het moet, hoe een dansmug op de dijk zijn loopje moet instuderen. De uitgever-redacteur Lex Jansen is geen spin die een vlinder vangt om hem op zijn foute koers te wijzen.
Weet u hoe een spin een web bouwt? Hij laat om te beginnen een draad, een constructiedraad zweven op de wind. Waar die heengaat, waar die zich vasthecht? De spin heeft geen idee. Hij wacht. Dat is poëzie. Woorden dansen als draden op de wind. Lex Jansen leert niet, hij laat dansen op de wind. Wie Lex als redacteur heeft, heeft dus altijd wind mee. ‘Je zadelt een vlinder.’ Een mooiere eerste uitgave van Magonia is nauwelijks denkbaar.
De eerste constructiedraad is een avontuur, een dichter is kwetsbaar.
‘Je zadelt een vlinder en laat je vervoeren
tussen vleugels van dunne gordijnstof
naar de heuvel van het kind.’
Schrijft Henry Sepers.
Ter voorbereiding las ik op zijn site een aantal prachtige korte verhalen. Over literatuur, het onderwijs, over poëzie. Ik citeer twee alinea’s uit de tekst ‘De prozaïst en de dichter’.
‘Wie een gedicht schrijft, doet voorlopig niets. Hij raakt steeds meer verzonken in zich zelf, tot hij de taal volledig kwijt is en de winter invalt. Hij slaapt diep. Dan volgt het krieken van de lente. Hij ontwaakt, maakt een wandeling in de zon en ontmoet het eerste woord. Dat schrijft hij op. Achter dat woord staan andere te dringen, maar de grootste schreeuwers stuurt hij weg. Van de stille moet hij het hebben, de onopvallende. Want het gedicht dat hij wil schrijven, is een gedicht vol schroom.’
En even verder:
‘Wie een gedicht schrijft, overspeelt eerst zijn hand. Hij kan niet zonder het ongebreidelde, de baaierd van het begin, de analphabetische naam. Er tuimelen beelden in zijn hoofd. Zijn taal wil zich niet voegen. De vensters kraken, de vloeren bewegen, het huis dreigt in te storten. Dan is er de vorm. De vorm is het maatpak van zijn chaos. Elegant wandelt de waanzin van de dichter door de straten.’
Ik ben met de dichter meegelopen door Frankrijk. Door het gehucht Arfeuille (het eerste deel), over het kerkhof van Ars (het tweede deel) en door de beelden van ‘zij, wij’ (het derde deel). Ik werd meegenomen en geraakt.
‘Je zadelt een vlinder’ is een schitterend begin van Magonia, een bundel die hier als glanzende kiemcel zomaar op een tafel gevonden kan worden.
Ik vind het daarom een buitengewone eer de eerste bundel aan jou, Henry, te mogen aanbieden. Van harte gefeliciteerd!

© 2024 Henry Sepers

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

error: Content is protected !!