Het stille oog

Ilja Leonard Pfeijffer is een virtuoze dichter. ‘Hij viel de poëzie binnen als Genghis Khan,’ luidt de flaptekst van zijn nieuwe bundel Idyllen. ‘Zijn verzengende verzen verpletterden de horigen die rilden van angst en ontzag.’ Natuurlijk, de uitgever hanteert hier het stijlmiddel van de hyperbool, maar wie zich de fysionomie van de dichter voor de geest haalt, kan zich bij deze regels wel iets voorstellen. Pfeijffer is een Michiel-de-Ruyter-lookalike, en zoals de admiraal de zeeën bedwong, legt de dichter de taal zijn wil op. Hij laat de woorden dansen, zingen, krijsen en rijmen dat het een lieve lust is. Ze maken salto’s die meestal eindigen in een dubbele flikflak. Maar levert zoveel machtsvertoon ook goede poëzie op? Lees verder >>