In de eerste weken van de reis wist ik nog wel raad met de dood. Ik zag lijkverbrandingen langs de Ganges en merkte dat het fysieke verdwijnen van een mens me niet bang maakte, maar rust gaf. Het was het statische en passieve van de dood dat me dicht bracht bij aanvaarding. Dit kon niet erg zijn omdat het zo absoluut was en de uitvoering zo overtuigend.

Maar nu is Harry dood. Hij was mijn vriend. Ik kende hem al sinds mijn zeventiende. Hij had kanker en Parkinson. Toen hij stierf, was het nacht waar ik was. Ik sliep in het paradijs. Palawan is een van de mooiste plekken van de Filipijnen. Ik kwam hem daar niet tegen. Zijn hemel ligt vast ergens anders.

Een paar uur voor zijn dood heb ik hem toegesproken. Zelf sprak hij nauwelijks meer. Mijn stem had haast, want ik was bijna te laat geweest. Gelukkig was er internet. In een geluidsopname van een paar megabytes vatte ik onze vriendschap samen. Harry was intelligent. Geïnteresseerd. Hij nam nooit zomaar iets van me aan, sprak me graag tegen, liet me nadenken over wat voor mij voor de hand lag. Nu kon ik van alles beweren, zonder dat hij me op de bekende manier vragend kon aankijken. Daarom koos ik mijn woorden zorgvuldig. Ik zal hem missen. De dood is een gemene spelbreker, en de rust die hij biedt, is er niet voor de levenden.

Ik zie mijn vriend nog lopen, hoor zijn stem, filmbeeldje voor filmbeeldje trekken al zijn gezichtsuitdrukkingen langs. Het is de resonantie van zijn bestaan die klinkt in mijn hoofd. Ik was er niet toen hij stierf. Ik was er virtueel. Ik weet niet of dat genoeg is.

Ook op zijn begrafenis heb ik gesproken. Zelf zat ik in het vliegtuig van Puerta Princesa naar Manila. Zijn vrouw schreef me dat de mensen het mooi vonden wat ik zei. Maar ik weet het niet. Ik sprak in het luchtledige. Al maakt het misschien niet uit. In die kerk in Bloemendaal was hij ook niet. Misschien was hij wel met mij in het luchtledige.

Ik weet niet zeker of het goed is om hierover op deze plek te schrijven. Te persoonlijk. Maar wat zijn de verhalen over de natuur, vreemde volkeren en bloemkooloren waard als ik verzwijg wat mij de afgelopen weken vooral bezighield?

Op 18 januari ging Harry dood. Op 24 januari werd hij begraven. Gelukkig kan ik soms zijn stem nog horen. Nu zegt hij tegen me: ‘Je gaat toch geen literatuur van me maken, hè Sepers?’